Terug naar overzicht

Buitenhof in portret: Helen Smees

Kun­ste­na­res Efrat Zeha­vi boet­seert klei­ne por­tret­ten van wijk­be­wo­ners uit de Bui­ten­hof. Dit doet ze met kleu­ri­ge plas­ti­ci­ne-klei. Tij­dens het boet­se­ren gaat Efrat in gesprek met de per­soon die ze boet­seert en luis­tert ze naar het ech­te ver­haal ach­ter de per­soon en over de wijk. Voor het kunst­pro­ject Bui­ten­hof in Por­tret boet­seer­de ze Helen Smees (60 jaar). Tij­dens het boet­se­ren deel­de Helen haar per­soon­lij­ke ver­haal met Efrat.

Waar­om doe je mee met het pro­ject ‘Bui­ten­hof in Portret’?
Helen Smees gaf zich op voor het pro­ject ‘Bui­ten­hof in Por­tret’ nadat ze kun­ste­na­res Efrat het por­tret zag boet­se­ren van wijk­be­woon­ster Nim­co. Dit was op het plein­tje bij buurt­cen­trum The Cul­tu­re tij­dens Buren­dag in sep­tem­ber 2021. “Ik ben eigen­lijk geen type om me te laten boet­se­ren, want ik sta niet graag op de voor­grond. Maar ik vind het idee ach­ter het pro­ject heel mooi, omdat het gaat om het ver­haal ach­ter de persoon.”

Tekst loopt ver­der onder de foto’s.

Op twaalf­ja­ri­ge leef­tijd naar Nederland
Helen kwam op haar twaalf­de van­uit Suri­na­me naar Neder­land. “Ik ben gebo­ren in Para­ma­ri­bo. Toen ik 10 jaar was ver­trok­ken mijn ouders met mijn oud­ste zus, jong­ste zus en broer­tje naar Neder­land. Ik bleef toen samen met zus (5 jaar) en jong­ste broer­tje (3 jaar) bij mijn opa en oma in Suri­na­me. Hier heb ik een heel mooie tijd gehad. In Neder­land zijn mijn ouders getrouwd, in de Cre­ool­se cul­tuur was trou­wen geen nood­zaak maar in Neder­land was dat wel belang­rijk. Omdat ik nog in Suri­na­me woon­de was ik hier niet bij. Dat vind ik nog steeds wel jam­mer. Ze stuur­den ons wel foto’s toe van de bruiloft.”

Vader werk­te bij Cal­vé in Delft
“Na twee jaar vloog ik samen met mijn broer­tje en zus­je naar Neder­land, onder bege­lei­ding van een ste­war­dess. Dat ging soms zo in die tijd. Nu was ons gezin weer com­pleet. In Suri­na­me was mijn vader schil­der en mijn moe­der werk­te bij een kre­diet­bank. In Delft deed mijn vader pro­duc­tie­werk bij de Cal­vé. Ik vind dat trou­wens nog steeds de lek­ker­ste pin­da­kaas. Het is voor mij een her­ken­ba­re smaak uit mijn kin­der­tijd. Mijn moe­der werk­te niet in Neder­land toen we jong waren, want een oppas was te duur. Nadat mijn ouders zijn geschei­den heeft ze in de zorg gewerkt.”

48 jaar aan voet­stap­pen in Delft
Inmid­dels woont Helen alweer 48 jaar in Delft. “Toen ik net in Neder­land kwam woon­den we aan de Van Schuij­len­bur­ch­straat, vlak­bij de Foreest­weg. Hier heb ik een heel mooie jeugd gehad. We speel­den hier heer­lijk bui­ten met alle buurt­kin­de­ren. Dit is ook de plek waar ik heb leren schaat­sen, iets waar ik nog steeds heel gek op ben.”

Op haar 18e ging Helen op zich­zelf wonen. Eerst een kor­te peri­o­de in Den Haag, maar na een jaar kwam ze terug in Delft en ver­huis­de ze naar een woon­boot aan de Zui­der­straat. “Ik heb het hier zo naar mijn zin gehad, ondanks dat er van alles mis was aan de woon­boot en in de win­ter de lei­din­gen bevro­ren. Ik voel­de me hier hele­maal vrij.” Na een paar jaar ver­huis­de ze naar de wijk Tanthof, eerst aan de Argen­ti­nie­straat en later aan de Bikolaan. Toen haar jong­ste zoon werd gebo­ren ver­trok ze naar de wijk Bui­ten­hof. Dat is inmid­dels 30 jaar geleden.”

De Bui­ten­hof is nog steeds een fij­ne wijk
“Ik woon­de in de Bui­ten­hof als alleen­staan­de moe­der in een flat met mijn drie kin­de­ren. We woon­den op de der­de ver­die­ping en er was geen lift. Dat was wel zwaar toen. Toen er na een jaar een lift kwam was de hele flat blij! Maar ik heb hier ook een mooie tijd gehad en ik mis het Delft van toen. Er was in de wijk veel soci­a­le con­tro­le en een­heid. Men­sen in de buurt ken­den elkaar goed en had­den goe­de gesprek­ken met elkaar. Je merkt nu dat ieder­een zijn eigen leven leidt. Toch is het nog steeds fij­ne buurt. Ach­ter mijn woning is een groot gras­veld met veel bomen en vogels. Ik vind het heer­lijk als ik ’s och­tends wak­ker word en de vogels hoor flui­ten. Dat geeft me echt een Suri­naams gevoel. Ik hoop dat dit stuk wel open blijft en er geen hui­zen komen. Alles raakt tegen­woor­dig vol. Dat is jam­mer. Je had vroe­ger veel meer groen.”

Laat­ste van het gezin in Delft
Haar moe­der (80 jaar), broers en zus­sen wonen inmid­dels alle­maal in Rot­ter­dam. Helen is de eni­ge van het gezin die in Delft is geble­ven. “Delft heeft me altijd geboeid. Ik vind het een fan­tas­ti­sche stad en houd ervan steeds nieu­we plek­ken te ont­dek­ken. Er is veel te doen en er ont­staan veel nieu­we ini­ti­a­tie­ven. Vroe­ger voel­de Delft als een dorp­je. Van ons kent ons. Laatst zei mijn klein­doch­ter toen we in de stad rond­lie­pen: ‘Oma, je lijkt wel Maxi­ma! Je kent iedereen!’ ”

Tekst loopt ver­der onder de foto’s.

Oma op bezoek in Delft
“Mijn oma uit Suri­na­me durf­de niet te vlie­gen, dus die kwam niet op bezoek bij ons in Neder­land. Uit­ein­de­lijk is mijn zus haar gaan halen en is oma hier drie maan­den geble­ven. Ze heeft enorm geno­ten toen, voor­al de Delft­se don­der­dag­markt vond ze gewel­dig. Ook ver­baas­de ze zich dat men­sen hier hun hond gewoon mee­ne­men in de bus en hen behan­de­len als­of het hun kind is. Dat vond ze leuk, maar ook vreemd. In Suri­na­me zien ze hon­den alleen als waak­hon­den. Ik ben drie keer alleen naar Suri­na­me terug geweest. De laat­ste keer was toen mijn oma op ster­ven, lag dat is nu 22 jaar gele­den. En ik ben drie keer met mijn kin­de­ren naar Suri­na­me gegaan.”

Het geloof zit in wat je doet en uitdraagt
Het chris­te­lij­ke geloof heeft Helen mee­ge­kre­gen van haar oma “Mijn moe­der geloof­de ook, maar ik heb het mees­te mee­ge­kre­gen van mijn oma. Zij heeft ont­zet­tend veel door­staan, maar heeft altijd het goe­de gedaan. Mijn oma was von­de­ling, haar moe­der heeft nooit van haar gehou­den. In het dorp wist ieder­een ech­ter wie haar moe­der was en mijn oma heeft tot de dood voor haar eigen moe­der gezorgd. Zo’n lief­de­vol iemand was ze. Ze stond altijd klaar voor de zwak­ke­ren en ieder­een kon komen eten. Ik denk dat, dat het geloof is. Niet alleen elke zon­dag naar de kerk gaan, maar je moet het laten zien. Het moet in je daden zit­ten en in wat je uitdraagt.”

Kraam­ver­zor­ging is mijn passie
“Ik heb een soci­aal-juri­disch MBO-oplei­ding gevolgd. Hal­ver­we­ge kwam ik er ech­ter ach­ter dat het juri­di­sche aspect niks voor mij was. Ik heb toch alle cer­ti­fi­ca­ten op één na gehaald. Na mijn stu­die heb ik als eer­ste bij Brou­wer Off­set, een druk­ke­rij in Delft, gewerkt. Hier had ik heel lie­ve col­le­ga’s. Daar­na ben ik gaan wer­ken bij Fes­to. Zij ver­zen­den gro­te appa­ra­tuur over de hele wereld. Maar mijn hart gaat uit naar het wer­ken met men­sen. Ik geniet ervan om hen te ver­zor­gen en naar hen te luis­te­ren. Ook ben ik gek op baby’s. Ik heb altijd ver­los­kun­di­ge wil­len wor­den, maar dan moest je wis­kun­de in je vak­ken­pak­ket heb­ben en daar was ik heel slecht in. Der­tien jaar gele­den ben ik daar­om kraam­ver­zorg­ster gewor­den. Ik hoop dit nog tot aan mijn pen­si­oen te kun­nen doen.”

Ritu­e­len rond­om de geboor­te van een kind
De stu­die tot kraam­ver­zorg­ster rond­de Helen af met een scrip­tie over ritu­e­len bij de geboor­te van een kind. “Als kraam­ver­zor­gen­de kom je in ver­schil­len­de gezin­nen met ver­schil­len­de cul­tu­ren te wer­ken. Dat vind ik heel fas­ci­ne­rend. Het was­sen van een baby in blauw water is bij­voor­beeld een Suri­naam­se tra­di­tie. Het blauw behoedt kin­de­ren van boze ogen en gees­ten. De kleur blauw komt weer over­een met het blau­we oog uit de Turk­se cul­tuur. Een Hin­doestaans ritu­eel dat ze tegen kwam was een schaar boven het bed­je of onder het matras dat bescher­ming biedt aan het kind­je. “En wist je dat wit­te kool­bla­de­ren op de bor­sten van de kraam­vrouw de stu­wing die meest­al op de 3e of 4e dag optreedt ver­licht? Met deze tip heb ik veel moe­ders blij gemaakt.”

De tekst loopt ver­der onder de foto’s.

Over­lij­den dochter
Op dit moment werkt Helen niet. Begin 2020 over­leed haar doch­ter totaal onver­wachts op 31-jari­ge leef­tijd. “Mijn doch­ter was toen 5,5 maand zwan­ger van haar vier­de kind­je, mijn onge­bo­ren klein­zoon. Ik vind op dit moment de blijd­schap bij gezin­nen die net een baby heb­ben gekre­gen las­tig te com­bi­ne­ren met mijn eigen ver­driet. Ook heb ik twee klei­ne kin­de­ren nu thuis zit­ten.” De kin­de­ren van haar doch­ter (4 en 5 jaar oud) wonen nu bij Helen. “Ik ben weer moe­der-oma gewor­den”, ver­telt Helen. Laatst vroeg mijn klein­doch­ter: Oma, je bent toch ook beet­je mijn mama. Mag ik je zo noe­men? “Ja dat mag” zei Helen, “maar ik kan je mama nooit vervangen.”

Omgaan met het verdriet
“Ik dacht dat ik het ver­lies van mijn doch­ter niet zou over­le­ven. Het over­lij­den van mijn doch­ter ging zo snel dat we geen afscheid heb­ben kun­nen nemen van elkaar. Ik kwam hier­na echt in een gat terecht. Nie­mand bereidt je hier­op voor in het leven. Ik heb toen gelijk hulp gezocht bij een psy­cho­loog en dat heeft me gehol­pen. Ook al gaat het ver­driet nooit over en zit het heel diep. Ik zie geluk­kig altijd weer het nut van het leven. Ik pro­beer nu mijn klein­kin­de­ren geluk­kig te maken, en zelf ook weer geluk­kig te wor­den. Ik ben een opti­mis­ti­sche vrouw maar ook een doorzetter.”

Kij­ken naar de toekomst
Op dit moment heeft Helen het wan­de­len weer opge­pakt. “Samen met een vrien­din loop ik lan­ge afstan­den, bij­voor­beeld naar Schip­lui­den. Ook fiets ik weer veel. Dat helpt me om te gaan met het ver­driet. Ook ont­dek ik weer veel nieu­we plek­ken in Delft. Ik geniet van de lucht, de vogels en de bomen. Ook kijk ik er toch weer naar uit om te schaat­sen. Ook al durf ik niet meer goed gezien mijn leef­tijd, het blijft toch krie­be­len. Ik wil zoveel moge­lijk berei­ken in het leven en geef niet mak­ke­lijk op. Je moet blij­ven leven”

Het por­tret in klei
Na afloop van het boet­se­ren en gesprek mag Helen het por­tret voor de eer­ste keer zien: “Ik zie mezelf”, zegt Helen, “maar ik zie in het por­tret ook een vrien­din waar­van Ieder­een zegt dat wij op elkaar lij­ken. Wij zijn al 34 jaar bevriend. Heel bij­zon­der.” Een­maal thuis laat Helen het por­tret via een foto zien aan haar klein­kin­de­ren: ‘Oma, je lijkt erop! Je neus, je mond, je ogen.’

Helen Smees

Woon je in de Bui­ten­hof en wil je ook deel­ne­men aan het pro­ject ‘Bui­ten­hof in por­tret’? Geef je dan op via annemarie@cultuurhuisdelft.nl. Alle ver­ha­len wor­den met veel zorg en res­pect ver­za­meld, gebun­deld en gedeeld. Altijd in samen­spraak met jou.